TYRE INFLATION SYSTEM

QTIS SYSTEEMOPBOUW

Om uw banden snel te vullen en de wachttijden in het veld zo kort mogelijk te houden is een perslucht compressor met een grote capaciteit gewenst. Vooral schottencompressoren en schroefcompressoren worden voor de bandenluchtproductie ingezet. Vanwege de korte compressorcycli loopt de olie wel condens-schade op die de werking van de compressor zal benadelen. Het best wordt uw compressorolie zeker één keer per 20 draaiuren flink warm gestookt door de compressor minimaal 15 minuten te laten draaien zodat het condens weer uit de olie verdampt.
Hoewel er meerdere opties zijn voor de droging van de perslucht (koeling, adsorptie en membraam droging) wordt hier zelden voldoende aandacht aan besteed. Maar de gevolgen van schade door vocht in uw lucht systeem kennen we allemaal: corrosie, samengeklonterd vuil, vastzittende componenten door verstoorde smering, waterslag-, vorstschade en meer.
Een paar voorbeelden wat één opblaas cyclus van uw tractor met trailer (5000 liter banden volume en twee bar drukverhoging) aan condens kan genereren onder verschillende omstandigheden: (zie tabel hieronder)
Temperatuur Gram damp / m3 Temperatuur Gram damp / m3
40 °C 50.67 7 °C 7.73
35 °C 39.29 6 °C 7.25
30 °C 30.08 5 °C 6.79
25 °C 22.83 4 °C 6.36
20 °C 17.15 3 °C 5.95
15 °C 12.74 2 °C 5.57
10 °C 9.36 1 °C 5.21
8 °C 8.24 0 °C 4.87
Droge lente dag: 20°C, relatieve vochtigheid 35% en 1m3 lucht bevat: 0,35%*17,5g/m3= 6,1 gram waterdamp. Bij 10 bar perslucht is er 11 m3 samengeperst met 67,4 gram samengeperste waterdamp. Na afkoelen tot 20°C zal er 17,5 gram waterdamp in de lucht achterblijven en wordt er 67,4-17,5= 49,9 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.
Vochtige zomerdag: 35°C, relatieve vochtigheid 55% en 1m3 bevat 0,55 * 39,29 gr/m3 = 21,61 gram. Bij 10 bar en na afkoelen: (11 x 21,61) – 39,29 = 198,41 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.
Frisse winterdag: 0°C, relatieve vochtigheid 15% en 1m3 bevat 0,15% *4,87 gr/m3= 0,73 gram waterdamp. Bij 10 bar en na afkoelen: (11 x 0,73) – 4,87 = 3,16 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.
Hoewel de compressor met zijn aanzuigfilter vuil en stof kan uitfilteren, wordt waterdamp in de buitenlucht wel mee aangezogen en samengevoegd in de perslucht. Omdat warme lucht die uit de compressor komt, meer waterdamp kan bevatten dan koude lucht, zal de waterdamp bij het afkoelen ergens in uw persluchtsysteem een verzadigingspunt (dauwpunt) bereiken waarbij waterdamp wordt omgezet in condens (water). Zolang de perslucht verder wordt afgekoeld zal de perslucht condens blijven afscheiden.
Dit is de reden dat in de opslagtanks de afkoelende lucht condens uitscheid, maar als u de banden vult en de warme perslucht overal naar toe stroomt zal de condensvorming vrijwel overal op kunnen treden als u geen maatregelen neemt. Dus ons advies is: koel de perslucht zo ver mogelijk terug en voer de ontstane condens af met een cycloonfilter en een condens aftap. Gebruik optioneel een grote adsorbtiedroger voor het verder drogen van uw perslucht zodat er ook bij vorst geen schade zal ontstaan.
In het persluchtproductie schema staan alle opties vermeldt voor een optimale perslucht productie en droging. Onze QTIS-ECU besturingsunit is hierop voorbereid.
Neemt u contact met ons op voor een maatwerk advies. Natuurlijk kunnen we ook uw huidige compressor in de optimale besturing integreren voor de beste technische oplossing.

We begrijpen dat u uw compressor na al die jaren niet wilt veranderen op uw voertuigen, of dat u uw eigen ECU wilt gebruiken om valideringswerkzaamheden te vermijden. Maar het bandenspanningsregelsysteem is wel het minimale wat u van QTIS kunt inzetten. Op de velg komt het wielventiel dat met één Ø12 ID mm toevoerleiding is verbonden met de draaidoorvoer die centraal op, of in de as is gemonteerd en met het ventielblok is verbonden. Het wielventiel houdt uw band onder druk terwijl de slang normaal drukloos is.
Als het ventielblok een druk tot 4,5bar geeft in de toevoerleiding naar het wielventiel wordt de band gevuld, waarna het ventielblok de toevoerleiding weer ontlucht als de juiste druk is bereikt. Wilt u de band afblazen, dan schakelt de besturing het ventielblok om naar een hoge druk (> 7 bar) waarmee het wielventiel omschakelt naar een ontluchtpositie van de band. De vuile lucht uit de band gaat door een fijn filter met groot oppervlak het wielventiel uit, en ontlucht direct in de buitenlucht zonder het luchtsysteem van uw installatie te vervuilen. 
Wij adviseren dat uw toevoerleiding een minimale inwendige diameter moet hebben van Ø12mm. Hiermee kunnen we u garanderen dat de ontlucht capaciteit van ons wielventiel de snelste in de markt is, met 0,05bar/sec bij een 900 liter band. Hoe kleiner uw band, hoe sneller de ontluchting. 
Om de vultijden van uw banden te reduceren kunt u ook met hogere vuldrukken werken, maar dan moet u ook met hogere afblaasdrukken werken. U heeft hiervoor een booster nodig en een extra druktank van plm. 20 liter per voertuig. Let op: vultijden zijn altijd afhankelijk van de compressor capaciteit en het volume en druk van de persluchttanks. Zie verder QTIS ONDERDELEN voor artikelinformatie, STEP files, van het ventielblok, de draaidoorvoeren en het wielventiel.
We doen graag een testopbouw op uw voertuig, geven ontwerp assistentie, of maken u een technisch voorstel voor de hele installatie.

Er zijn twee belangrijke uitdagingen voor de besturing: het verbinden en besturen van alle onderdelen die verspreid op het voertuig zijn gemonteerd, en het eenvoudig instellen van de bandendrukken via uw scherm in de cabine.
Op ieder voertuig met een QTIS bandenspanningsregeling wordt een ECU besturingsmodule gemonteerd, verbonden met het CAN J1939 bus systeem en voorzien van ISOBUS software, getest en goedgekeurd door de AEF.
De ECU kan alle taken autonoom uitvoeren voor zowel persluchtproductie, perslucht droging of het maken van de bandendrukinstellingen. De voertuigen worden onderling met de ISOBUS IBBC connector verbonden met het beeldscherm (VT Virtual Terminal) in de cabine. De bandenspanning wordt uitgelezen door de aangepaste TPMS sensoren. Deze druksensoren geven de bandenspanning draadloos door via een TPMS versterker aan de TPMS ontvanger. De ontvanger geeft de waarden door middels CAN J1939 aan de ECU op het voertuig.
De software ontwikkeling benaderd alle aangekoppelde voertuigen als één geheel met een duidelijke presentatie en bediening op uw cabine scherm. Het uitgangspunt van de software is dat u ook uw eigen sensoren voor druk, dauwpunt en hellingshoeken kunt gebruiken zodat u geen nieuwe sensoren hoeft te valideren. U wordt softwarematig geholpen met controles en waarschuwingen die voor veiligheid en kostenbesparingen zullen zorgen.
Voor de OEM kunnen we de software eenvoudig op maat maken op basis van uw besturingssysteem of huisstijl. Voor de kosten hoeft u geen andere keuzes te maken, maar mocht u van mening zijn dat u beter af bent met uw eigen ECU en eigen software kunt u ook de CANBUS importcode van de TPMS sensoren bij ons opvragen.
We zijn er om u, en uw klanten te helpen.

We hebben gekozen voor TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) sensoren gemonteerd in de band, deze methode zorgt voor de meest betrouwbare drukopgave.
Wanneer u de druk meet in stromende luchtleidingen, heeft u te maken met een dynamische druk. Deze vertoont forse drukafwijkingen ten opzichte van de statische druk die in uw band heerst. Dus, als u snel en goed de bandendrukken wilt instellen, adviseren wij om dit in de band te meten. Zo kunt u bij voorbeeld lekkage van een band vaststellen, ongewenste opwarming van de banden, of de druk aan één zijde van het voertuig aanpassen bij helling situaties.
We hebben de NXP bandenspanningssensor verbeterd met een sneller reagerende drukterugkoppeling, en een 4 maal grotere batterijcapaciteit voor een jarenlange standtijd. De TPMS sensoren sturen draadloos met 433MHz de meetwaarden druk, temperatuur en batterijstatus door naar een signaalversterker. Deze stuurt het signaal door naar een ontvanger die alle meetwaarden in de CAN J1939 importeert.
Meestal zal de versterker in de trailer worden ingebouwd, maar als de tractor geen eigen QTIS bandenspanningsregel installatie heeft kan er vanaf de trailer ook direct een ontvanger worden gemonteerd die via de ISOBUS op het cabine scherm is uit te lezen.
U kunt een TPMS sensor zowel in de band, als op het standaard TR618A ventiel in de velg monteren voor maximaal montage gemak. Het mooie van de QTIS besturingsstructuur is dat u maximale flexibiliteit heeft om uw wagenpark uit te breiden met het QTIS bandendrukregel systeem en dat alle voertuigen elkaar herkennen na koppeling.
Mocht u zelf de ECU willen leveren en de software ontwikkelen, maar wel gebruik maken dan de TPMS sensoren VRAAG DAN HIER DE CAN J1939 IMPORTCODE aan.

Om uw banden snel te vullen en de wachttijden in het veld zo kort mogelijk te houden is een perslucht compressor met een grote capaciteit gewenst. Vooral schottencompressoren en schroefcompressoren worden voor de bandenluchtproductie ingezet. Vanwege de korte compressorcycli loopt de olie wel condens-schade op die de werking van de compressor zal benadelen. Het best wordt uw compressorolie zeker één keer per 20 draaiuren flink warm gestookt door de compressor minimaal 15 minuten te laten draaien zodat het condens weer uit de olie verdampt.
Hoewel er meerdere opties zijn voor de droging van de perslucht (koeling, adsorptie en membraam droging) wordt hier zelden voldoende aandacht aan besteed. Maar de gevolgen van schade door vocht in uw lucht systeem kennen we allemaal: corrosie, samengeklonterd vuil, vastzittende componenten door verstoorde smering, waterslag-, vorstschade en meer.
Een paar voorbeelden wat één opblaas cyclus van uw tractor met trailer (5000 liter banden volume en twee bar drukverhoging) aan condens kan genereren onder verschillende omstandigheden: (zie tabel hieronder)
Temperatuur Gram damp / m3
7 °C 7.73
6 °C 7.25
5 °C 6.79
4 °C 6.36
3 °C 5.95
2 °C 5.57
1 °C 5.21
0 °C 4.87
Temperatuur Gram damp / m3
40 °C 50.67
35 °C 39.29
30 °C 30.08
25 °C 22.83
20 °C 17.15
15 °C 12.74
10 °C 9.36
8 °C 8.24
Droge lente dag: 20°C, relatieve vochtigheid 35% en 1m3 lucht bevat: 0,35%*17,5g/m3= 6,1 gram waterdamp. Bij 10 bar perslucht is er 11 m3 samengeperst met 67,4 gram samengeperste waterdamp. Na afkoelen tot 20°C zal er 17,5 gram waterdamp in de lucht achterblijven en wordt er 67,4-17,5= 49,9 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.
 
Vochtige zomerdag: 35°C, relatieve vochtigheid 55% en 1m3 bevat 0,55 * 39,29 gr/m3 = 21,61 gram. Bij 10 bar en na afkoelen: (11 x 21,61) – 39,29 = 198,41 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.
 
Frisse winterdag: 0°C, relatieve vochtigheid 15% en 1m3 bevat 0,15% *4,87 gr/m3= 0,73 gram waterdamp. Bij 10 bar en na afkoelen: (11 x 0,73) – 4,87 = 3,16 gram condens gemaakt door 1000 liter lucht van 10 bar.

Hoewel de compressor met zijn aanzuigfilter vuil en stof kan uitfilteren, wordt waterdamp in de buitenlucht wel mee aangezogen en samengevoegd in de perslucht. Omdat warme lucht die uit de compressor komt, meer waterdamp kan bevatten dan koude lucht, zal de waterdamp bij het afkoelen ergens in uw persluchtsysteem een verzadigingspunt (dauwpunt) bereiken waarbij waterdamp wordt omgezet in condens (water). Zolang de perslucht verder wordt afgekoeld zal de perslucht condens blijven afscheiden.
Dit is de reden dat in de opslagtanks de afkoelende lucht condens uitscheid, maar als u de banden vult en de warme perslucht overal naar toe stroomt zal de condensvorming vrijwel overal op kunnen treden als u geen maatregelen neemt. Dus ons advies is: koel de perslucht zo ver mogelijk terug en voer de ontstane condens af met een cycloonfilter en een condens aftap. Gebruik optioneel een grote adsorbtiedroger voor het verder drogen van uw perslucht zodat er ook bij vorst geen schade zal ontstaan.
In het persluchtproductie schema staan alle opties vermeldt voor een optimale perslucht productie en droging. Onze QTIS-ECU besturingsunit is hierop voorbereid.
Neemt u contact met ons op voor een maatwerk advies. Natuurlijk kunnen we ook uw huidige compressor in de optimale besturing integreren voor de beste technische oplossing.

We begrijpen dat u uw compressor na al die jaren niet wilt veranderen op uw voertuigen, of dat u uw eigen ECU wilt gebruiken om valideringswerkzaamheden te vermijden. Maar het bandenspanningsregelsysteem is wel het minimale wat u van QTIS kunt inzetten. Op de velg komt het wielventiel dat met één Ø12 ID mm toevoerleiding is verbonden met de draaidoorvoer die centraal op, of in de as is gemonteerd en met het ventielblok is verbonden. Het wielventiel houdt uw band onder druk terwijl de slang normaal drukloos is.
Als het ventielblok een druk tot 4,5bar geeft in de toevoerleiding naar het wielventiel wordt de band gevuld, waarna het ventielblok de toevoerleiding weer ontlucht als de juiste druk is bereikt. Wilt u de band afblazen, dan schakelt de besturing het ventielblok om naar een hoge druk (> 7 bar) waarmee het wielventiel omschakelt naar een ontluchtpositie van de band. De vuile lucht uit de band gaat door een fijn filter met groot oppervlak het wielventiel uit, en ontlucht direct in de buitenlucht zonder het luchtsysteem van uw installatie te vervuilen. 
 
Wij adviseren dat uw toevoerleiding een minimale inwendige diameter moet hebben van Ø12mm. Hiermee kunnen we u garanderen dat de ontlucht capaciteit van ons wielventiel de snelste in de markt is, met 0,05bar/sec bij een 900 liter band. Hoe kleiner uw band, hoe sneller de ontluchting. 
 
Om de vultijden van uw banden te reduceren kunt u ook met hogere vuldrukken werken, maar dan moet u ook met hogere afblaasdrukken werken. U heeft hiervoor een booster nodig en een extra druktank van plm. 20 liter per voertuig. Let op: vultijden zijn altijd afhankelijk van de compressor capaciteit en het volume en druk van de persluchttanks. Zie verder QTIS ONDERDELEN voor artikelinformatie, STEP files, van het ventielblok, de draaidoorvoeren en het wielventiel.
We doen graag een testopbouw op uw voertuig, geven ontwerp assistentie, of maken u een technisch voorstel voor de hele installatie.

Er zijn twee belangrijke uitdagingen voor de besturing: het verbinden en besturen van alle onderdelen die verspreid op het voertuig zijn gemonteerd, en het eenvoudig instellen van de bandendrukken via uw scherm in de cabine.
Op ieder voertuig met een QTIS bandenspanningsregeling wordt een ECU besturingsmodule gemonteerd, verbonden met het CAN J1939 bus systeem en voorzien van ISOBUS software, getest en goedgekeurd door de AEF.
De ECU kan alle taken autonoom uitvoeren voor zowel persluchtproductie, perslucht droging of het maken van de bandendrukinstellingen. De voertuigen worden onderling met de ISOBUS IBBC connector verbonden met het beeldscherm (VT Virtual Terminal) in de cabine. De bandenspanning wordt uitgelezen door de aangepaste TPMS sensoren. Deze druksensoren geven de bandenspanning draadloos door via een TPMS versterker aan de TPMS ontvanger. De ontvanger geeft de waarden door middels CAN J1939 aan de ECU op het voertuig.
De software ontwikkeling benaderd alle aangekoppelde voertuigen als één geheel met een duidelijke presentatie en bediening op uw cabine scherm. Het uitgangspunt van de software is dat u ook uw eigen sensoren voor druk, dauwpunt en hellingshoeken kunt gebruiken zodat u geen nieuwe sensoren hoeft te valideren. U wordt softwarematig geholpen met controles en waarschuwingen die voor veiligheid en kostenbesparingen zullen zorgen.
Voor de OEM kunnen we de software eenvoudig op maat maken op basis van uw besturingssysteem of huisstijl. Voor de kosten hoeft u geen andere keuzes te maken, maar mocht u van mening zijn dat u beter af bent met uw eigen ECU en eigen software kunt u ook de CANBUS importcode van de TPMS sensoren bij ons opvragen.
We zijn er om u, en uw klanten te helpen.

We hebben gekozen voor TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) sensoren gemonteerd in de band, deze methode zorgt voor de meest betrouwbare drukopgave.
Wanneer u de druk meet in stromende luchtleidingen, heeft u te maken met een dynamische druk. Deze vertoont forse drukafwijkingen ten opzichte van de statische druk die in uw band heerst. Dus, als u snel en goed de bandendrukken wilt instellen, adviseren wij om dit in de band te meten. Zo kunt u bij voorbeeld lekkage van een band vaststellen, ongewenste opwarming van de banden, of de druk aan één zijde van het voertuig aanpassen bij helling situaties.
We hebben de NXP bandenspanningssensor verbeterd met een sneller reagerende drukterugkoppeling, en een 4 maal grotere batterijcapaciteit voor een jarenlange standtijd. De TPMS sensoren sturen draadloos met 433MHz de meetwaarden druk, temperatuur en batterijstatus door naar een signaalversterker. Deze stuurt het signaal door naar een ontvanger die alle meetwaarden in de CAN J1939 importeert.
Meestal zal de versterker in de trailer worden ingebouwd, maar als de tractor geen eigen QTIS bandenspanningsregel installatie heeft kan er vanaf de trailer ook direct een ontvanger worden gemonteerd die via de ISOBUS op het cabine scherm is uit te lezen.
U kunt een TPMS sensor zowel in de band, als op het standaard TR618A ventiel in de velg monteren voor maximaal montage gemak. Het mooie van de QTIS besturingsstructuur is dat u maximale flexibiliteit heeft om uw wagenpark uit te breiden met het QTIS bandendrukregel systeem en dat alle voertuigen elkaar herkennen na koppeling.
Mocht u zelf de ECU willen leveren en de software ontwikkelen, maar wel gebruik maken dan de TPMS sensoren VRAAG DAN HIER DE CAN J1939 IMPORTCODE aan.